Drogen met minder energie
donderdag 10 november 2016
Het is eind 2015. Vijftien droogexperts zitten in een kring in een vergaderzaal in Wageningen. We kijken mee met een matchmakingsessie van het macrodeel van de expertgroep oppervlaktedroging van de Nederlandse Werkgroep Drogen (NWGD). Het doel is om samen een begin te maken met mogelijke energiebesparingsprojecten. Een impressie.
Tekst: David Redeker
Een voor een stellen de experts zich voor. Het zijn leveranciers van drogers, technische adviseurs, consultants op energiegebied en specialisten die dagelijks met het droogproces bij hun bedrijf bezig zijn.
“Wij zijn een Belgisch bedrijf. We maken brandwerende platen op basis van calciumcarbonaat. Die gaan dan staand in een oven om te drogen. Ik denk dat het proces wel energiezuiniger kan.”
“Wij maken linoleum. Het drogen gaat in lange banen in enorme hallen. Wij zouden graag sneller drogen zodat we meer linoleum kunnen produceren.”
“Wij zijn een zaadbedrijf en coaten en drogen zaden. De uitdaging voor ons is dat elke zaadsoort anders is en dat de temperatuur onder de dertig graden moet blijven.”
Peter Quaak is voorzitter van de kring. Hij is zelfstandig energieadviseur bij EnerQ en daarnaast aangesloten bij netwerkorganisatie Down to Earth: “Die brandwerende platen uit België. Wie van jullie heeft er ervaring met drogen met oververhitte stoom onder atmosferische omstandigheden?” Diverse handen gaan de lucht in. Een chemisch technoloog van een adviesbureau heeft al wat ideeën, een fabrikant van drogers en ventilatoren denkt ook wel dat hij kan helpen en een specialist uit een andere industrietak is eveneens geïnteresseerd. De voorzitter: “Goed, lijkt het jullie wat om een keer vrijblijvend naar België te gaan en om eens te kijken of er misschien een project valt te maken van het drogen van de brandwerende platen?” Er wordt instemmend geknikt en visitekaartjes gaan van hand tot hand.
Ook de linoleumproducent gaat met nieuwe contacten naar huis. En de zaadverwerker krijgt meteen een paar tips van onderzoekers en adviseurs die eerder met wisselende materiaalgroottes te maken hebben gehad.
Bruno Mulder, zelfstandig energietechnoloog en oprichter van de expertgroep oppervlaktedroging legt uit: “De deelnemers van de expertgroep willen hun droogproces verbeteren. Vaak zijn tal van aanpassingen denkbaar maar is het lastig om het potentiële voordeel daarvan in te schatten. Het meteen experimenteel testen van aanpassingen is duur of heeft een beperkte reikwijdte. We willen aan de hand van projecten onze kennis, ervaring, systematische methodes en meettechnieken inzetten om de droogprocessen en de energiehuishouding beter te begrijpen. Zo kunnen we bottlenecks in kaart brengen en zo zien we waar potentiële winstpunten zitten. Uiteindelijk willen we droogprocessen verbeteren en het energieverbruik reduceren.”
Expertgroep oppervlaktedroging: 10 tot 15% minder energieverbruik
In 2015 startte de expertgroep oppervlaktedroging. De groep bestaat uit gebruikers en leveranciers van drogers, uit onderzoekers en uit technisch adviseurs die zich bezighouden met het drogen van papier, karton, textiel, non wovens (zoals glasvlies), gipsplaten en keramiek. De leden van de expertgroep oppervlaktedroging, die valt onder de Nederlandse Werkgroep Drogen (NWGD), willen leren van elkaar en samen projecten opzetten die het energieverbruik voor droogprocessen met tien tot vijftien procent verlagen. Die projecten kunnen deelfinanciering aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl). De expertgroep oppervlaktedroging bestaat uit twee delen: micro en macro. De macrogroep richt zicht op het totale proces in de droger en kijkt naar zaken als luchthuishouding, vochtopname, aanvoer en afvoer, luchtlekken en warmteterugwinning. Bij de microgroep gaat het vooral om de analyse van het vochttransport, droogkinetiek en vochtprofielen. Centraal in de microgroep staat het vinden van geschikte vochtsensoren omdat die per proces verschillen.